PASTA EN NOEDELS KOKEN
Begin met het volgieten van de waterketel met heet water uit de kraan. Zet de ketel op het vuur. Als het water kookt, het water overgieten in een ruime pan. Opnieuw aan de kook brengen en dan de pasta en een snuf zout toevoegen. Voeg eventueel een scheut olie toe om plakken tegen te gaan. Een of twee bouillonblokjes toevoegen geeft meer smaak. Giet pasta als het gaar is (proeven!) af in het vergiet. Stort het daarna terug in de pan. Voeg eventueel nog een extra scheutje olie toe en roer even door.
RIJST KOKEN (kan ruim van te voren)
Doe de rijst uit het pak in een lege pan en voeg een snuf zout en eventueel bouillonblokjes toe. Voeg nu ongeveer anderhalf keer deze hoeveelheid aan water toe en breng het aan de kook. Zodra de rijst het water heeft opgenomen, de pit uitdraaien, de rijst goed omroeren en de pan met deksel erop in een slaapzak of dekbed wegzetten. Na ongeveer een half uur is de rijst droog en korrelig. Je kunt de pan echter meerdere uren laten staan, terwijl de rijst warm en op smaak blijft.
AARDAPPELEN KOKEN
Schil de aardappels en was ze schoon. Snijd ze in gelijkmatige, niet te grote stukken. Doe de aardappels en een snuf zout in een pan en voeg koud water toe tot de aardappels net niet onder staan. Zet de pan met deksel op het vuur en controleer af en toe of de aardappels niet droogkoken (in dat geval warm water toevoegen). Als de aardappels gaar zijn, afgieten met deksel op pan of in vergiet.
HOEVEELHEDEN
Ga uit van de volgende gemiddelden per persoon:
Brood: ca 4-8 sneetjes per dag (1 brood bevat ca. 20 sneetjes), Uitgaande van brood bij ontbijt en lunch.
Vlees of vis: 100-150 gram indien verwerkt in het gerecht, 150-200 gram indien het als los gerecht geserveerd wordt.
Groente: 100-300 gram per persoon
- reken 200 gr groente ná snijden en schoonmaken per persoon. Je hebt dus bijvoorbeeld 300 gram spruiten nodig omdat je er de buitenste blaadjes af moet halen
- slinkende groente: 300 tot 400 gram
- niet-slinkende groente: 150- 250 gram
- rauwe groente: 150 gr.
Aardappels: 200-300 gram geschild (2 of 3 aardappelen) - voor stamppot 500 gram
Yoghurt/vla: 200-250 mi per portie
Soep: 200-250 mi per portie (1 kom per persoon) Maaltijdsoep: 0,4 liter per portie
Stamppotten:
• met weinig smaak: evenveel groente als aardappelen
• met sterke smaak (bijvoorbeeld zuurkool): helft van het gewicht van de aardappelen
• rauw: kwart van het gewicht van de aardappelen (aangezien de groente niet slinkt)
Gebruik meer aardappelen dan normaal. Reken ongeveer 500 gram bereide stamppot per persoon.
Toetje:
Een schaaltje of bordje per persoon is voldoende. Dat is 125 tot 250 milliliter per persoon, afhankelijk van de maaltijd. Uit een literpak vla haal je ongeveer 5 porties.